Nieuwbouw Maria Montessori Radboud Universiteit
Verbinden en verbondenheid
Het nieuwe Maria Montessorigebouw van de Faculteit der Sociale Wetenschappen van de Radboud Universiteit in Nijmegen heeft een blauwe en groene vleugel, die door de bruine brug verbonden wordt. De kleuren zijn gebaseerd op de kleur van de ogen en vormen het DNA van de sociale wetenschappen, waarbij interactie en het kijken naar mensen de essentie zijn.
Facilitair manager Esther Huijs ontvangt ons in één van de zes nieuw ingerichte huiskamers: “Dit is de huiskamer van de medewerkers. Het is een multifunctionele lounge ruimte, waar je kunt ontspannen en koffiedrinken, maar ook je scherm kunt koppelen aan een device. Achter een flexibele wand staan een keukenunit en kluisjes;
de volledig glazen wand biedt uitzicht op een prachtig leerplein. Kortom, een fijne plek, waar medewerkers elkaar kunnen ontmoeten. Het leidende thema in dit nieuwe gebouw is dan ook verbinden en verbondenheid. Dat misten we in de oude situatie. Renovatie van de oude gebouwen was mede daarom geen optie, want we wilden
onderwijs en onderzoek bij elkaar brengen.
OPEN HUISKAMERS
Esther verder: “De uitdaging van de architect was om een gebouw van 25.000 m² te ontwerpen dat zich naar de glooiing van het gebied zou voegen, waarbij hij de oude jachtlijnen moest volgen. We liggen hier in een bosrijke omgeving met vleermuizen, vossen, spechten en grote vogels. Hij koos voor een laag en transparant gebouw in een S-vorm, waarbij een brug de twee vleugels als natuurlijke armen verbindt. Het complex bestaat uit twee delen van vier en vijf verdiepingen hoog. Met zowel onderwijsruimtes en collegezalen als kantoren in de twee gebouwen bevinden alle sociale wetenschappen zich straks voor het eerst onder één dak, voor zo’n 1.275 medewerkers en 5.200 studenten. Het grand café met de grote bar is het centrum van het gebouw. Daaromheen vind je verschillende zitplekken met tafels, stoelen en banken. In openheid, maar ook in knusse hoekjes. Onze medewerkers en studenten zijn van de grijze, gesloten, ouderwetse en donkere gebouwen van Thomas van Aquino en Spinoza naar een open, transparante en moderne leer- en werkomgeving verhuisd. Docenten en onderzoekers hebben eigen kantoren, maar ook open huiskamers. Net als de studieverenigingen. We hebben wat meer meters voor ontmoeting, die een positief effect hebben op onderwijs en onderzoek, en minder meters voor onderwijs en kantoren gemaakt, hoewel die verhouding zich nog moet uitkristalliseren omdat veel medewerkers nog thuis werken.”
BINDING
Aan tafel zitten verder projectmanager Robert ten Wolde en directeur Jeroen ter Weeme van Eromesmarko. Robert: “Wij mochten voor al het meubilair zorgen, behalve in het grand café.” Esther knikt: “We hebben een mantelcontract met drie bedrijven. Voor deze opgave hebben we een mini-competitie georganiseerd waar Eromesmarko als beste uit kwam door hun visie over duurzaamheid. Je treft hier een combinatie van nieuwe meubels en meubels die hergebruikt zijn. Maar je ziet en merkt het verschil niet. We zijn al in 2015 met het programma van eisen begonnen. Het hele proces door hebben we geprobeerd om verschillende groepen bij het ontwerp en de inrichting te betrekken; hoogleraren, onderzoekers, docenten, studenten en overige medewerkers. We wilden dat de sociale wetenschappers op een zachte manier het gebouw zouden ervaren met meubilair dat ze samen met ons hebben uitgezocht. Studenten gaan natuurlijk weer weg, maar als je ze niet betrekt mis je een stuk van de beleving en dus van het DNA van de faculteit.”
MOCKUPS EN PROEFOPSTELLINGEN
Robert: “De interieurarchitect Maarten Hooijmeijer van Inbo was verantwoordelijk voor de inrichting en tot op product niveau van de keuze van het meubilair. Zodoende ontstond een lijst van producten waar we in de fase van gunning mee aan de slag zijn gegaan. Welke meubels zijn nog goed en kunnen we refurbishen en welke meubels gaan we nieuw plaatsen? Je weet aan de voorkant niet wat je tegenkomt. We hebben ook een ruimte met mockups en proefopstellingen ingericht en mensen gevraagd op een briefje te zetten wat ze ervan vonden. Ze hebben het mogen uitproberen, hoe het zit en hoe het staat, zelf mogen ervaren hoe het voelt om het meubilair met de hand te bedienen, of als het elektrisch verstelbaar is. Ergonomisch gezien is elke werkplek te verstellen zoals de medewerker dat wil. We hebben stoelen opnieuw gestoffeerd, nieuwe bladen in bureaus gelegd en de ladenblokken een nieuwe look gegeven. Zo hebben we een scan gedaan om de bestaande ladenblokken van nieuwe folie te voorzien, zoals in de uitvraag vermeld stond. Dat kon technisch gezien, maar was kwalitatief niet de juiste oplossing en was minder duurzaam. Dus hebben we ervoor gekozen om een nieuw blad op het ladenblok te plaatsen. De roldeurkasten hebben een zijkant met magneetvilt gekregen zodat ze als prikbord gebruikt kunnen worden. Veel werkplekken hadden meubels met een aluminium frame; die zijn lastig over te spuiten en hebben we zo gelaten.”
AANTREKKELIJKE PLEKKEN
Esther knikt: “We wilden hele aantrekkelijke ontmoetingsplekken maken, maar ook plekken om te werken en te vergaderen. Onze hoogleraren en onderzoekers moesten hun eigen vertrouwde kantoren achterlaten, maar kregen er een prachtig en vooral ook duurzaam gebouw voor terug, met nieuw meubilair maar ook met duurzaam
hergebruikte meubels. Onze medewerkers hebben nog steeds hun eigen werkplek, maar we hebben wel gekozen voor wat kleinere bureaus met daarbij losse vergadertafels. Zo hebben we ook wat minder ruimte voor opslag gegeven. Dat was lastig om uit te leggen, want medewerkers beschouwen hun persoonlijke geschiedenis als onderdeel van het werk, waardoor een eigen plek echt een particuliere thuiswerkplek was geworden. Dat is in het nieuwe gebouw minder geworden. Hoewel er veel minder gedigitaliseerd is dan ik had gedacht; mogelijk zit daar ook een grens aan en houden we ook een papieren werkelijkheid. Ze mochten meubilair dat over was mee naar huis nemen en dat kwam goed uit in deze periode.”
FLEXIBEL
Esther: “Nadat Eromesmarko de gunning had gekregen brak corona uit. Dat betekende dat we een risicoanalyse moesten doen, zonder dat je weet hoe de toekomst eruitziet. Dat heeft druk op het proces gelegd. Om die reden hebben we minder meubels besteld. We hebben 800 medewerkers met 800 werkplekken, waarvan ik er 600 heb aangeschaft. Misschien tijdelijk, met als gevolg dat we straks weer een bestelling moeten doen wanneer de anderhalve meter niet meer aangehouden hoeft te worden. Maar ik ben er eigenlijk wel blij mee. Er gaan dingen veranderen en je gaat op een andere manier in een gebouw werken. Hoe weet ik nog niet, maar ik heb dan niet te veel meubels in de weg staan, zodat ik flexibel ben. Ik verwacht toch dat medewerkers voor een deel ook thuis blijven werken; hoewel ik bijna dagelijks hoor dat ze het contact met de studenten en collega’s missen. Online leren gaat goed, maar het echte contact is toch leuker. Er moet een balans komen tussen de digitale wereld en de werkelijke wereld. De lijn tussen privé en zakelijk vervaagt steeds meer.”
MOOISTE PLEK
Jeroen: “Duurzaam is ook dat wij een echt Nederlands bedrijf zijn. Alle meubels worden in Nederland geproduceerd en we leveren ook een positieve bijdrage aan het verminderen van CO2-uitstoot, doordat de transport afstanden zeer minimaal zijn. Daarnaast stimuleert de universiteit ook nog eens de regionale economie.” Robert knikt: “Je kunt bij ons letterlijk zelf in de keuken kijken en bepalen hoe je inrichting op productniveau vorm krijgt. Dat kwam hier goed uit, want veel oplossingen zijn maatwerk.” “Dat heeft zeker ook meegewogen,” reageert Esther, “de universiteit kijkt steeds meer naar duurzaamheid om een bijdrage aan een betere wereld te leveren. Kijk alleen naar deze bosrijke omgeving, die duurzaamheid ademt. Dat zie je ook terug in dit energie neutrale gebouw met de circulaire paneelwanden van rijstvliesjes en het vele hout binnen. Wanneer je boven in het gebouw staat kijk je op de kruinen van de bomen en waan je je in het bos. Dat is de mooiste plek.”
Bron: Schooldomein. Lees het totale artikel hier: https://issuu.com/schooldomein/docs/lr_sdo21_tds_totaal_nr5/62